'Hay, hoi... ik wil dus óók heel graag nog even iets zeggen...'

Je doet zoveel... maar waarom kén ik je dan niet: ik ‘zie’ jou nergens.” Tijdens een gesprekje met een chef van een damesblad, slaat haar enthousiasme over mijn goedgevulde professionele rugzak ineens om in een soort vriendelijk verwijt. Ik voel dat ik me moet verdedigen.

'Hay, hoi... ik wil dus óók heel graag nog even iets zeggen...'
'Enige twijfel siert de mens,' zei Barry Hay me in 2017. En zijn eigen biografie? 'Pure piktrekkerij.' Foto:LindaStulic
Ha, ik ben Kim Hopmans: beroepstwijfelaar, schrijver, moeder, partner, (buur)vrouw, dochter, zus en vriendin. Maar ook: doorgewinterde oppotter - van ouwe meuk, emoties en lappen tekst. Met dat oppotdeel ben ik inmiddels wel klaar. En omdat verandering érgens moet beginnen deel ik vanaf vandaag regelmatig een Hopschrijfsel met je, opgediept uit de krochten van mijn laptop óf vers afgebakken. Een Hopschrijfsel kan van alles zijn: een diepe angst, een triviale irritatie, een (h)opvallende ontmoeting met een (on)bekende Nederlander of een hardnekkig korstje zelftwijfel. Mijn wel, mijn wee, lees lekker mee - of niet. Kijk maar ff.

In deze eerste editie sleep ik je mee in mijn worsteling met zichtbaarheid en mijn haat/liefde-verhouding met de socials, ik deel een levensles van journalist en presentatrice Ria Bremer over keuzes maken en troost mezelf (en jou) met de gedachte dat íedereen twijfelt, ook cabaretier Peter Pannekoek. Daarnaast vind je hier en daar wat kijk/luister/lees-tips. Gewoon leuk.

Ben benieuwd wat je ervan vindt, dus stuur me vooral nóg meer twijfelvoer in de vorm van tips of suggesties: kim@hopschrijfsels.nl

Onzichtbaar

“Je doet zoveel... maar waarom kén ik je dan niet: ik ‘zie’ jou nergens.” Tijdens een gesprekje met een chef van een damesblad, slaat haar enthousiasme over mijn goedgevulde professionele rugzak ineens om in een soort vriendelijk verwijt. Ik voel dat ik me moet verdedigen. Niet mijn USP. Ongemakkelijk murmel ik iets over de kracht die uit mijn pen komt (pfff...) en dat ‘alles eromheen, de online poespas, het ‘Kijk mij, kijk mij!’ niet zo aan me is besteed. Noem ‘t faalangst? Desinteresse? Weerstand? Terwijl ik hardop ratel, zie ik dat ze teleurgesteld afhaakt. Jammer, verraadt haar blik. Ik ben vrijwillig onzichtbaar en daarmee: af.

Gelijk had ze wel. Alle keren dat ik de kans kreeg ‘in het licht’ te staan, door aan te schuiven bij Koffietijd, een podcast of door zélf op een podium te klimmen, piekerde ik mezelf nachtenlang aan flarden, maar: deed het niet. Nooit. Ook met de laagdrempelige socials heb ik een haat/liefde-verhouding. Af en toe ‘doe’ ik eens wat en beloof ik plechtig mijn online leven te beteren, maar meestal sterft dat weer rap een stille dood. Ik weet heus wel dat online zichtbaarheid een ding is, zeker in mijn vak, maar... ik vind het zo'n gedoe. Ook ontbeer ik tot op heden (!) de intrinsieke behoefte tot scrollen - misschien omdat ik er nooit aan ben begonnen? Zoals ik op mijn zestiende besloot níet te gaan roken; ik zou er té goed in zijn.