RIPš±RUUD
[Waarschuwing: kort & bondig, kill your darlings... soms lukt dat, meestal niet. Zoals nu. Reken op 6 minuten leestijd.]
Ik hoop nog steeds dat het niet waar is. Vanmorgen, maandagochtend, ik was net op kantoor, klaar om te knallen, na een verrassend āopgeruimdā weekend: door een en ander te cancelen, verlieten we het weekend eens zĆ³nder achter de feiten aan te hijgen. Ook de kinderen hadden een goede eerste schoolweek achter de rug, met nieuwe klassen, meesters, juffen en sporten. Meer dan ooit op orde startten we de maandag ā yĆ©s.
Het is 8.39u. Ik werp nog Ć©en blik op mijn telefoon voor ik mijn laptop openklap: een gemiste oproep en een sms van een onbekend nummer. Vluchtig lees ik drie woorden: kat - Ruud - dood. Mijn maag draait om. Dit is geen grap. Ik scan het bericht, een mevrouw staat bij het station, aan het einde van onze straat, langs de drukke weg, waar bussen rijden als idioten, waar jaren terug onze (eerdere) kat al werd geschept. De vrouw vond Ruud. Ik moet erheen, maar ik durf en wil niet, ik sta in het trappenhuis van kantoor en pak tot drie keer toe een trap naar de verkeerde etage. Eenmaal op straat bel ik de vrouw. Kom maar gewoon, spreekt ze bemoedigend, hij ziet er goed uit, niet gewond, geen bloed. Ik denk dat ik sneller ga lopen, maar het lijkt of ik terugloop, niet vooruit wĆl komen. Ik bel aan bij de buren, ik wil dit niet alleen, ik kan het niet. Een buurman loopt mee, met een grote, lege doos, voor... nouja.