Trudyworst

Trudyworst

'We gingen gewoon... door?' Ik zeg het opvallend vragend, alsof ik op goedkeuring hoop. Mijn antwoord, op de vraag van de psycholoog hoe we omgingen met mama’s dood, voelt namelijk als een ietwat dooie mus. We schreeuwden niet, huilden amper, vergrepen ons niet aan de drugs en presteerden prima op school. Mijn zus was 14, ik 10 - alles gíng ook gewoon door, toetsen, hockey, strijd om snoep, tv en bedtijd, vriendinnengedoe. Op zaterdag begroeven we onze moeder en op maandag kwam ik uit school met een hele horde tienjarigen: samen gingen we op excursie naar het kerkhof, even het graf aanwijzen, ááál die boeketten showen, zoveel bloemen had je nog nooit gezien. Vol trots liep ik voorop in de sinistere optocht van nieuwsgierige kraaien. Let’s go, troopers! Alleen het vlaggetje ontbrak nog. Iedereen was best wel excited, herinner ik me, dit had echt niemand ooit meegemaakt. Een paar kinderen uit de klas hadden geen opa of oma meer, maar een móeder... dat was in 1990, in het Gelderse Zevenaar, ongekend.