Als je kind je terugfluit...

Als je kind je terugfluit...
Als ik mijn ouwe vriendinnen zo zie, vraag ik me af: zou het kúnnen dat baasjes niet alleen op hun hond, maar ook op, let's see, hun Barbies gaan lijken?
Ha, ik ben Kim Hopmans: beroepstwijfelaar, schrijver, moeder, partner, (buur)vrouw, dochter, zus en vriendin. Maar ook: doorgewinterde oppotter - van ouwe meuk, emoties en... lappen tekst, daarom deel ik om de week een Hopschrijfsel met je.

Onlangs kocht ik in een opwelling een niet-functionele jas. Mijn kast bulkt van dit soort fluorescerende en colourblocking units, maar met dít exemplaar – vol glimmende studs en patches – overschreed ik blijkbaar een grens. Voor het eerst, zonder aarzeling, zei mijn oudste zoon Sep: ‘Mama, waag het niet om me hierin van school te halen.’ Ondertiteld met een diep-afkeurende blik, just to be sure. Ik zit nog bij te komme, want ik weet: deze reprimande betekent een volgende halte in onze veranderende relatie. Je schamen voor je ouders – ik ken het concept.

‘Zou zij niet gewoon hartstikke lesbisch zijn?’ zegt mijn vader plompverloren terwijl hij op een verjaardag naar iemand wijst. ‘Ssst!’ sis ik corrigerend. ‘Niet zo hard! En hoezó, omdat ze geen vriend heeft?’ Mijn vader is zich van geen kwaad bewust. ‘Ja, nou? Het maakt mij allemaal niet uit, hoor, maar met dat haar...’ Ik knijp en snauw: ‘Papa, serieus: hou je mond.’ Hij haalt zijn schouders op en geeft zich gewonnen. Voor nu.