Vol verwachting

Vol verwachting


‘Ik had echt geen zin meer in wekenlang hysterisch gedoe, dus ik heb gewoon verteld hoe het zit. Opgelost, lekker rustig zo,’ zei een moeder op het schoolplein, tevreden met haar korte-metten-methode. Mijn buitenkant knikte braaf mee, genuanceerd, niet-oordelend. Maar inwendig had ik haar ogen al uitgekrabd: wat een geklaag, je kind is zes, gun ‘m dit feest. Is er dan niets meer heilig? Ik schrok van mijn eigen, buitensporige felheid.

🎁
Vorige week verscheen deze column over Sinterklaas in Mezza. Op verzoek verstuur ik 'm hier ook als Hopsel... met een extra toegift.

Ik hou van Sinterklaas. Mijn zoons ook. De elfjarige baalt nog steeds dat het ‘niet echt’ is. ‘Een stuk minder leuk nu,’ moppert hij. Hij mist de fijne spanning van wat komen gaat. Zingen bij z’n schoen voelde ineens als ‘voor lul staan’, want: voor wie doe ik dit nu eigenlijk? Toch speelde hij mee, uit broederliefde, nostalgie, cadeaus, een dwingende moeder.
Het liefst zou hij nog geloven. Zoals zijn broertje. Hij is negen, en volgens mij de enige in zijn klas die nog gelooft. Ze vielen bij bosjes vorig jaar. Koortsig liet ik ouders van afvalligen weten dat ‘de mijne’ nog steeds aan boord was. Hij had niet eens oor voor opmerkingen – al is met zijn gehoor niets mis. ‘Hee, dat is de stem van Hoofdpiet,’ constateerde hij droog toen we langs Even tot hier zapten. Hij gelooft vol overgave. En dat ontroert me. Zijn opgewonden bekkie, de kalender afkruisen, het Sinterklaasjournaal als anker én wereldnieuws. Nog één jaartje, ah toe.